Links-libertarisme krijgt de laatste tijd veel aandacht in de bredere Amerikaanse libertarische gemeenschap. De term links-libertarisme is op vele manieren gebruikt binnen de Amerikaanse politiek, en er lijkt enige verwarring te zijn binnen de libertarische gemeenschap over wie die links-libertariërs nou werkelijk zijn.
De basisideeën van links-libertarisme, zoals wij ze bij Alliance of the Libertarian Left (ALL) en het Center for a Stateless Society (C4SS) uitdragen, zijn breder dan alleen onze organisaties. De jaren ’90 vonden de oorsprong voor het huidige idee van libertarisme met een linkse oriëntatie, en het gebruik van vrije-markt ideeën tegen het kwaad van bedrijfskapitalisme. Een aantal denkers heeft onafhankelijk evenwijdige vormen van analyse ontwikkeld, en deze zijn uitgegroeid tot een grote, losse ideologische tendens. Maar gezien de onevenredige rol die ALL en C4SS hebben gespeeld in de groeiende bekendheid van deze tendens is het geschikt om uit te leggen wat wij bedoelen met links-libertarisme.
Het oudste en meest bekende gebruik van de term ‘links libertair’ dateert uit de late negentiende eeuw, en omvatte vrijwel de gehele niet-statelijke, horizontalistische, en decentralistische linkse beweging. Iedereen behalve sociaaldemocraten en Leninisten, eigenlijk. Het werd oorspronkelijk gebruikt als een synoniem voor “libertair socialist” of “anarchist”, en verwees ook vaak naar syndicalisten en radencommunisten, volgelingen van Rosa Luxemburg en Daniel DeLeon, etc. Velen van ons bij C4SS zien onszelf als deel van deze bredere links-libertaire gemeenschap, maar wat wij bedoelen met onze positie als “links-libertarisch” is meer specifiek.
Bij het horen van de term “links-libertarisme” zij mensen vandaag de dag geneigd om te denken aan een school van denken met als voorbeeld de ideeën van Hillel Steiner en Peter Vallentyne. De meeste aanhangers van deze filosofie combineert een geloof in zelfbeschikking en het non-agressie principe met linkse opvattingen over de beperkte mate waarin individuen eigendom kunnen verwijderen uit de gemeenschap door simpelweg hun arbeid er mee te mengen. Het overlapt sterk met Georgisme en Geolibertarisme. Hoewel deze versie van links-libertarisme niet de zelfde omvang heeft als wat wij bevorderen bij ALL/C4SS, en hoewel sommige van onze leden zich zouden verzetten tegen aspecten van deze filosofie, is het gemakkelijk ons voor te stellen dat een aanhanger van deze filosofie zich bij ons thuis zou voelen.
Binnen de Engelssprekende libertarische gemeenschap, en degenen die zich elders in de wereld omschrijven als (klassiek-) liberaal, zou “links-libertarisme” geassocieerd kunnen worden met de poging van Murray Rothbard en Karl Hess om en alliantie te vormen met anarchisten van Students for a Democratic Society rond 1970, en links-Rothbardistische bewegingen zoals Sam Konkin’s agorisme. Hoewel links-Rothbardisme en Konkins agorisme niet het officiële standpunt vormen van ALL/C4SS hebben wij wel enige organisatorische continuïteit met Konkins Movement of the Libertarian Left, en een belangrijk deel van onze oudste kernleden komen uit die links-Rothbardistische en Konkinistische traditie. Wij zijn een multi tendense coalite van links-Rothbardisten, klassieke 19e eeuwse individualistische-anarchisten, Georgisten, en anderen.
Er bestaat ook de neiging onder Amerikaanse libertariers om ons te verwarren met Bleeding Heart Libertarians, wat eigenlijk de naam is van een specifiek blog. Hoewel er op het blog goede stukken staan en zij enkele stukken van ons hebben gepubliceerd zijn wij geen Bleeding Heart Libertarians als zodanig. Bleeding Heart Libertarians staan veel dichterbij “liberaltarian fusionisme”, met afwijkingen van Cass Sybsteins “libertair paternalisme” tot het verdedigen van sweatshops en Israëlische nederzettingen. Niet te vergeten zijn de meeste van hen geen anarchisten, wij wel.
Nu hebben we alle dingen besproken die wij bij ALL/C4SS niet zijn, en niet bedoelen met links-libertarisme. Waar staan wij wel voor? We noemen onszelf links-libertariërs, ten eerste omdat we de linkse wortels van het vrije markt libertarisme willen herstellen, en ten tweede omdat we willen aantonen dat de vrije markt relevant en nuttig is voor het aanpakken van de problematiek die de bredere linkse beweging hedendaags aankaart.
Het klassiek liberalisme en de klassieke socialistische beweging aan het begin van de 19e eeuw delen vergelijkbare en gemeenschappelijke wortels in de Verlichting. Het liberalisme van Adam Smith, David Ricardo en andere klassieke politieke economen is praktisch te omschrijven als een linkse aanval op het gevestigde economische voorrecht van de gelande Whig oligarchie en het mercantilisme van de vermogende klasse.
Toen de de opkomende industrialisten in de 19e eeuw de Whig grootgrondbezitters en merkantilisten versloegen en een overheersende positie binnen de staan in namen, nam het klassieke liberalisme geleidelijk de vorm aan van een verontschuldigende doctrine ter verdediging van de gevestigde belangen van het industriële kapitaal. Desondanks bleven de linkse – en zelfs socialistische – strengen van de vrije markt gedachte voortbestaan in de marges van het gevestigd liberalisme.
Thomas Hodgskin, een klassiek liberaal wie schreef van de jaren 1820 tot 1860, was een socialist die huur, winsten en rente zag als monopolie rendement op kunstmatig eigendom en voorrecht. Josiah Warren, Benjamin Tucker en de andere Amerikaanse individualisten hadden ook voorkeur voor een vrije markt versie van socialisme waarin ongebreidelde concurrentie huur, winst en rente zou vernietigen en zou garanderen dat “het natuurlijke loon van arbeid in een vrije markt haar product is”. Vele individualistische anarchisten die verbonden waren aan Tuckers Liberty groep hadden nauwe banden met radicale arbeids- en socialistische groepen zoals de Knights of Labor, de International Workingmen’s Association en de Western Federation of Miners.
Deze libertarische beweging is ook te plaatsen aan de kant van cultureel en sociaal links, het was nauw verbonden met bewegingen voor de afschaffing van de slavernij, voor rassengelijkheid, feminisme en seksuele vrijheid.
Terwijl de klasse oorlogen van de late 19e eeuw op woedde werd de retoriek van de vrije markt en vrije onderneming binnen de mainstream Amerikaanse politiek steeds meer geassocieerd met een militante verdediging van het bedrijfskapitaal tegenover radicale uitdagingen vanuit de arbeids- en populistische agrarische beweging. Tegelijkertijd zorgde een interne splitsing binnen de anarchistische beweging tussen de communisten en individualisten er voor dat die laatste geïsoleerd en kwetsbaar werd voor kolonisatie door rechts. In het begin van de 20ste eeuw zou “vrije markt libertarisme” nauw worden betrokken bij de rechtse verdediging van het kapitalisme door Mises en Rand. De overlevende individualistische traditie werd ontdaan van zijn oudere linkse, pro arbeid en socialistische culturele tradities, en nam een steeds meer rechts apologetisch karakter aan.
Desondanks overleefde de oudere linkse traditie van het Amerikaans libertarisme. In het bijzonder sleurde de Georgisten en quasi-Georgisten zoals Bolton Hall, Albert Nock en Ralph Borsodi zich de 20ste eeuw door.
Wij van Libertarisch Links, vinden het uiterst pervers dat het vrije markt libertarisme, een leer die zijn oorsprong vind als aanval op het economisch voorrecht van grootgrondbezitters en kooplieden, gecoöpteerd is als verdediging van de gevestigde macht van de plutocratie en big business. Het gebruik van de “vrije markt” als legitimerende ideologie voor zegevierend bedrijfskapitalisme, en de groei van een gemeenschap van “libertarische” propagandisten, is evenzeer een perversie van de vrije markt principes als de coöptatie van retoriek en symbolen van de historische socialistische en arbeidersbeweging door het Stalinistische regime een perversie was.
Het industriële kapitalistische systeem dat de libertarische mainstream sinds het midden van de 19e eeuw verdedigd heeft nog nooit ook maar enigszins de werking van een vrije markt benaderd. Het kapitalisme, als het historische systeem dat zich ontwikkelde in het begin van de moderne tijd, is in veel opzichten een direct uitvloeisel van het schofterige feodalisme van de late Middeleeuwen. Het werd gesticht op de ontbinding van de open velden, het omheinen van gemeenschappelijke woeste gronden en andere massale onteigeningen van de boerenstand. In Groot-Brittannië was niet alleen de plattelandsbevolking omgetoverd tot bezitloos proletariaat gedwongen tot loonarbeid, maar de vrijheid van vereniging en verkeer werden gecriminaliseerd door een draconische politiestaat tijdens de eerste twee decennia van de 19e eeuw.
Op wereldwijd niveau is het kapitalisme uitgegroeid tot een internationaal systeem door de koloniale bezetting, onteigening en het tot slaaf maken van een groot deel van het Zuidelijke halfrond. Honderden miljoenen boeren werden verdreven van hun land door de koloniale machten en gedreven tot de loon arbeidsmarkt en hun vroegere bezit wereld geconsolideerd voor landbouw in handelsgewas, door middel van een globale herintreding van de omheining van Groot-Brittannië. Niet alleen in de koloniale maar ook de postkoloniale tijd zijn de natuurlijke hulpbronnen van de Derde Wereld ingesloten, gestolen en geplunderd door westerse zakelijke belangen. De huidige concentratie van Derde Wereld land in de handen van gelande elite die produceren in samenspan met westerse landbouw belangen, en de olie- en mineraalrijkdommen in de handen van westerse bedrijven, is een directe erfenis van vier eeuwen van koloniale en neokoloniale overval.
Wij van Libertarisch Links, zoals wij deze gedachte uitdragen bij C4SS, willen vrijemarktbeginselen terug nemen van de huurlingen van grote bedrijven en de plutocratie, en ze in zetten voor hun oorspronkelijke gebruik: een alomvattende aanval op de gevestigde economische belangen en de bevoorrechte klassen. Als het klassiek liberalisme van Smith en Ricardo een aanval was op de macht van de Whig oligarchen en de gegoede belangen, dan is ons links-libertarisme een aanval op de huidige instituties die hier vergelijkbaar mee zijn: global finance capital en de multinationals. We verwerpen de rol van mainstream libertarisme in de verdediging van bedrijfskapitalisme in de 20e eeuw, en haar alliantie met conservatisme.
Wij van Libertarisch Links willen ook de relevantie van vrijemarktprincipes, vrije associatie en vrijwillige samenwerking demonstreren bij het aanpakken van de zorgen van hedendaags links: economische onrechtvaardigheid, de concentratie en polarisatie van rijkdom, de uitbuiting van arbeid, vervuiling en afval, macht van het bedrijfsleven, en structurele vormen van onderdrukking zoals racisme, seksisme, homofobie en transfobie.
Overal waar er roof is gepleegd of onrecht is gedaan nemen wij een onverschrokken positie voor volledige rectificatie aan. Grond dat in stand word gehouden als eigendom van neo-feodale elites dient te worden behandeld als het rechtmatig eigendom van degenen wier voorouders de grond bewerkte en onderhielden. Land waar boeren af werden verdreven, om handelsgewas voor Cargill en ADM te verbouwen, moet worden hersteld als het eigendom van de boeren. Haciënda’s in Latijns-Amerika moeten worden opengesteld voor onmiddellijke eigendomsverwerving door landloze boeren. De eigendomsaktes van leegstaand en onverharde grond, dat word ingesloten en buiten gebruik word gehouden door afwezige grootgrondbezitters, dienen ongeldig te worden verklaard. In het geval dat er mensen werken of wonen op land dat oorspronkelijk geclaimd is op grond van een dergelijk onrechtmatige titel dient de eigendomsakte van dat land overgedragen te worden aan hen. Zakelijk bezit van mijnen, bossen en olievelden verkregen door koloniale roof moet ongeldig worden verklaard.
Het minimale platform van de links-libertariër moet bevatten: afschaffing van alle kunstmatige eigendomsrechten, kunstmatige schaarste, monopolies, toetredingsdrempels, regelgevende kartels en subsidies, waardoor vrijwel de gehele Fortune 500 het grootste deel van haar winst verkrijgt. Het moet een einde maken aan al het afwezig grondbezit en onontgonnen land, alle monopolies omtrent “intellectueel eigendom”, en alle beperkingen op vrije concurrentie in het uitgifte van geld en krediet of op de vrije vaststelling van alle ruilmiddelen die worden gekozen door beide partijen bij een transactie. Bijvoorbeeld, zou de afschaffing van octrooien en merken een einde maken aan de wettelijke belemmeringen die Nike’s aannemers in Azië weerhouden van de productie van identieke namaak sneakers. Sneakers die vervolgens verkocht zouden kunnen worden aan de lokale bevolking voor een fractie van de prijs, zonder de Swoosh markup te berekenen. Het zou een onmiddellijke stopzetting betekenen voor de beperkingen op de productie en verkoop van concurrerende versies van medicijnen die onder octrooi rechten vallen. Wij willen dat het gedeelte van de prijs van alle goederen en diensten dat bestaat uit ingebedde huurgelden op “eigendom” van ideeën of technieken -vaak het grootste deel van de prijs- verdwijnt door middel van directe concurrentie.
Onze “politieke” agenda moet ook een einde bevatten aan alle kunstmatige belemmeringen voor zelfstandig ondernemerschap, ondernemen vanuit huis, en op inheemse of zelfgebouwde woningen en andere vormen van goedkoop levensonderhoud – dit omvat ook vergunningen en bestemmingsplannen. En het moet een einde maken aan alle wettelijke beperkingen op het recht van de arbeid om zich te organiseren en om haar diensten te onthouden onder alle omstandigheden of deel te nemen aan boycots, en een einde aan alle wettelijke privileges die gecertificeerde vakbonden het recht geven om wildcat en directe actie van hun leden te belemmeren.
In het geval van vervuiling en de uitputting van natuurlijke hulpbronnen moet de links-libertarische agenda een einde maken aan alle bevoorrechte toegang tot grond door extractie industrieën, alle subsidies aan energie en transport verbruik (met inbegrip van subsidies aan havens en luchthavens, met inbegrip de landroof die voor deze doeleinden door de staat ondernomen wordt), een einde aan het gebruik van landroof voor de olie- en gaspijpleidingen, de afschaffing van alle regelgeving die de aansprakelijkheid van olielozingen en vervuiling verminderd, een einde aan de leer van minimale wettelijke normen die strengere bestaande common law normen omtrent aansprakelijkheidsrecht in de weg staan, en een volledig herstel van de onbeperkte aansprakelijkheid (zoals deze bestond onder het oorspronkelijke common law van aansprakelijkheidsrecht) voor verontreinigende activiteit zoals fracking en bergtopverwijdering. En uiteraard moet het een einde bevatten aan de rol van Amerikaanse oorlogvoering in het beveiligen van strategisch toegang tot buitenlandse olie bassins of het openstellen van vaarroutes voor olietankers.
Bedrijfskapitalisme en klasse onderdrukking leven, bewegen en vinden hun oorsprong in staatsinterventie namens de bevoorrechtte en de krachtige. Waarachtige vrije markten, vrijwillige samenwerking en vrije associatie zullen fungeren als het dynamiet dat de fundamenten van dit systeem van onderdrukking zal opblazen.
Elke links-libertarische agenda die deze naam waardig is moet ook een bezorgdheid tonen voor sociale rechtvaardigheid en de bestrijding van structurele onderdrukking. Dat betekent, uiteraard, een einde aan alle door de staat afgedwongen discriminatie op basis van ras, geslacht of seksuele geaardheid. Maar het betekent veel meer.
Het is waar dat wij als libertariërs tegen alle wettelijke beperkingen van de vrijheid van vereniging zijn, met inbegrip van wetten tegen discriminatie door particuliere bedrijven. Maar we steunen enthousiast directe actie ter bestrijding van onrecht in de sociale sfeer. Historisch gezien functioneerde anti-discriminatie wetten alleen ex post facto om met tegenzin de winsten vast te stellen die behaald waren door directe actie zoals bus boycots, sit-ins en de Stonewall rellen. We moeten het gebruik van directe actie, sociale druk, boycots en maatschappelijke solidariteit ondersteunen om structurele vormen van onderdrukking, zoals racisme en verkrachtingscultuur te bestrijden, en geinternaliseede normen uitdagen die dergelijke systemen van dwang bestendigen.
Bij het aanpakken van alle vormen van onrecht moeten we gebruik maken van een intersectionele aanpak. Dat omvat ook een verwerping van de oude linkse praktijk om ras en gender de verwerpen als “splijtzwam” of iets dan uitgesteld zou moeten worden “tot later” in het belang van de klasse eenheid. Het bevat ook een afwijzing van raciale- en genderrechtvaardigheids bewegingen gedomineerd door upper-middle-class professionals, die zich uitsluitend richten op de zwarte of vrouwelijke “gezichten op hoge plaatsen” en “het kabinet en de bestuurskamer als afspiegeling van de samenleving” terwijl ze de macht van die hoge plaatsen, kabinet en bestuurskamers intact laten. De aanval op de ene vorm van verschanst voorrecht moet niet ten koste gaan van een andere strijd; elke strijd moet complementair en wederzijds versterkend werken.
Bijzondere zorg voor de intersectionele behoeften van de minst bevoorrechte kameraden in elke beweging voor rechtvaardigheid – vrouwen en gekleurde mensen in de arbeidersklasse; arme en werkende vrouwen, gekleurde vrouwen, transgender vrouwen en sekswerkers binnen het feminisme; vrouwen en armen en werkende mensen binnen de beweging voor rassengelijkheid; etc. – verdeelt deze bewegingen niet. Het versterkt hun verdediging tegen aanvallen van de heersende klasse om hen te verdelen en te veroveren door gebruik te maken van interne breuklijnen als een bron van zwakte. De grootgrondbezitters versloegen bijvoorbeeld de pachter vakbonden in het Amerikaanse Zuiden van de jaren ’30 door het stimuleren en benutten van raciale verdeeldheid en door de beweging te splitsen in witte en zwarte vakbonden. Elke beweging voor klasse, ras of seksuele rechtvaardigheid dat de intersectie van meerder vormen van onderdrukking negeert binnen haar eigen leden, in plaats van extra aandacht te geven aan de behoeftes van de minste bevoorrechte, stelt zich open voor het zelfde soort opportunisme. Uiteindelijk moet een dergelijke aandacht voor intersectionele betrekkingen een safe-spaces beleid voeren dat een welkome sfeer van echt debat voor iedereen creëert, zonder het verontrustende effect van opzettelijke intimidatie en laster.
Libertariërs – vaak door onze eigen schuld – worden door velen afgedaan als “wiet rokende Republikeinen”, vasthoudend aan een insulaire ideologie van voornamelijk blanke burgerlijke mannen. In maar al te veel libertarische publicaties en online communities heerst de reflexieve neiging om big business te verdedigen tegen aanvallen van arbeiders en consumenten, verhuurders tegen huurders, en Walmart tegen Main Street, om elke criticus weg te zetten als een vijand van de vrije markt en grote bedrijven te behandelen als zijnde proxies voor vrijemarktprincipes. Dit gaat gepaard met een soortgelijke neiging om alle zorgen om raciale en seksuele rechtvaardigheid te verwerpen vanwege “collectivisme.” Her resultaat is een beweging die door arme en werkende mensen, vrouwen en gekleurde mensen gezien word als volkomen irrelevant voor hun zorgen. Ondertussen legt de blanke mannelijke twintiger gebrek aan vrouwen en minderheden in de libertarische beweging uit aan de hand van hun “natuurlijke collectivisme,” en citeert somber Nocks worden uit Isaiah’s Job.
Wij van Libertarisch Links willen niet worden verbannen naar de catacomben, of in koffiehuizen samenkomen als salonsocialisten. We willen niet klagen over hoe de samenleving naar de knoppen gaat, terwijl de meerderheid van de mensen die vechten voor verandering ons negeren. Wij willen dat onze ideeën een middelpunt vormen overal waar er word gestreden voor rechtvaardigheid en een beter leven. En we kunnen dit alleen doen door de werkelijke zorgen en problemen van mensen te behandelen met respect, en ze te laten zien op welke wijze onze ideeën relevant zijn. Dit is wat wij pogen te doen.
Vertaald vanuit het Engels door: Christiaan Elderhorst